De familie van de 1943 terdoodveroordeelde Antonius Hermanus Haselbekke weet niet waar hij destijds begraven is. Vermoed wordt dat de geboren Geesternaar ergens is begraven in de bossen van landgoed Twickel, nabij Delden en Hengelo. Daar zou hij dan mogelijk kunnen liggen samen met Frits Loep, leidinggevend ingenieur bij Stork in Hengelo waar de landelijke staking begon. Vandaag worden daar anonieme graven geruimd en wordt misschien duidelijk waar zijn laatste rustplaats – gedurende al die jaren – was.

April-mei staking 1943

Op zaterdag 1 mei 1943, dus midden in de Tweede Wereldoorlog, werden er in het distributiekantoor van Tubbergen geen bonnen meer uitgegeven. In Tubbergen wordt namelijk gestaakt, net als in de rest van Nederland. De belangrijkste reden daarvoor was het feit dat de Duitse bezetter bekendmaakte dat bijna 300.000 gedemobiliseerde Nederlandse soldaten zich moesten melden, om als krijgsgevangene de verzwakte Duitse industrie op de been moest houden. Dit nieuws schoot bij veel Nederlanders in het verkeerde keelgat en men ging in verzet. Het verzet kreeg gestalte in de vorm van stakingen onder de arbeiders.

De melkfabriek en het distributiekantoor in Tubbegen waren wel open, maar daar zat alleen de leidinggevende Antoon Haselbekke. Al het andere personeel is in staking. Antoon had tegen zijn personeel gezegd: “Gaan jullie maar naar huis. Ik blijf hier zitten, wat er ook van kan komen.”

’s Middags komt er een man uit Fleringen op het distributiekantoor om bonnen voor schoenen op te halen voor freule Von Bönninghausen. Deze man gaat dus onverrichter zake naar huis en meldt het voorval aan freule Von Bönninghausen. De freule wordt daardoor zeer boos en belt de Sicherheitsdienst (SD). De familie Von Bönninghausen waren in die tijd zeer pro-Duits.

Arrestatie

Nog diezelfde middag verschijnen er 2 politieagenten van het korps Tubbergen op het distributiekantoor. Antoon krijgt te horen dat hij, in opdracht van de SD, wordt gearresteerd. Hij mag nog even mee naar de ouderlijke woning om zich te verkleden en afscheid te nemen. Onderweg zeggen de agentendat hij “alle vrijheid” krijgt om zich thuis te verkleden. Er zal geen toezicht worden gehouden en Antoon krijgt de gelegenheid om te vluchten. Hij maakt er echter geen gebruik van, naar verluidt tot boosheid van de agenten. Overtuigd van zijn onschuld deelt hij bij het afscheid van zijn ouders, broers en zussen mee: “Ik bin d’r zo wier”. De werkelijkheid zou echter anders verlopen.

Voorbeeld stellen

Niemand had er erg in dat juist in deze dagen de Duitse bezetters overgingen tot barbaarse maatregelen om de Nederlandse bevolking angst aan te jagen, bang te maken. Antoon Haselbekke werd daar het slachtoffer van. Toen Antoon overgebracht werd van het politiebureau van Tubbergen naar Almelo, werd hij voordat hij de bus instapte nog eerst mishandeld. Van Almelo werd hij overgebracht naar het zogeheten Standortsgericht in Hengelo.

Op dinsdagmiddag 4 mei mochten zijn oudste broer Jan, zijn broer Hein en een pater hem een kort bezoek brengen in de cel. Na het gesprek werd Antoon weggehaald.

De volgende dag deelde een agent bij het politiebureau in Hengelo pamfletten uit aan de mensen die passeren. De terdoodveroordeling van de toen 25-jarige Haselbekke is daarmee bekendgemaakt, alsmede de uitvoering ervan.